Mikrogeophagus ramirezi – Antennebaarsje: Verzorging, voeding en kweek
Het Antennebaarsje (Mikrogeophagus Ramirezi) is ongetwijfeld een van de meest alom vertegenwoordigde dwergcichliden in de aquariumhandel. Dat is geen wonder, want dit visje is dan ook een lust voor het oog! Het gedrag van de Ramirezi’s is bijzonder leuk om te observeren en bovendien zijn het ook nog eens vreedzame visjes.
Over de precieze familie waartoe ze behoren is lange tijd onduidelijkheid geweest. De naam is dan ook verschillende keren gewijzigd waardoor ze in de aquariumhandel onder verschillende namen verkocht worden zoals”Papiliochromis ramirezi”, Apistogramma ramirezi en tegenwoordig Mikrogeophagus Ramirezi. In het Engels worden ze ook wel “Bolivian Ram” genoemd, maar wij noemen ze gewoon Antennebaarsje of Ramirezi’s. In dit artikeltje zal ik beide namen dan ook door elkaar gebruiken.
Oorsprong & Biotoop:
De oorspronkelijke vindplaats van het Antennebaarsje ligt in Zuid-Amerika. Het gebied strekt zich uit tussen Venezuela en Colombia, in het basin van de Orniroco rivier dat zich bevindt in de Los Llanons graslandvlakte. Ze leven er in helder, traag stromend water en houden zich meestal tussen de beplanting op. In het wild kunnen ze tot 7 cm groot worden. De nakweek in het aquarium blijft meestal wat kleiner, gemiddeld zo’n 5cm
Waterwaarden:
In het aquarium zijn onderstaande waterwaarden het best geschikt voor het Antennebaarsje:
Temperatuur: 24°C – 26°C
pH: 5 – 5,5
gH: 0 – 6
kH: 0 – 3
Het Antennebaarsje is gevoelig voor afwijkende waterwaarden, met name een te hoge pH waarde. Hierdoor is het visje niet geschikt voor beginners.
Huisvesting
Een aquarium van minimum 60l is vereist. Het aquarium moet beschikken over voeldoende schuilmogelijkheden in de vorm van planten en kienhout. Enkele drijfplantjes om het licht te dempen stelt ze ook op hun gemak. Bovendien zullen hun kleuren zo ook mooier en intenser worden. Om een realistische biotoop na te bootsen kunnen er op de bodem ook nog (aquarium-veilige!) boombladeren worden toegevoegd.
Sociaal Gedrag:
Ramirezi’s zijn monogaam. Ze kunnen dus best als koppeltje gehouden worden.
Ze kunnen licht-territoriaal gedrag vertonen, voornamelijk tijdens de broed, maar zijn daarbij lang niet zo agressief als andere (dwerg)cichliden.
Het Antennebaarsje kan gemakkelijk samen gehouden worden met andere vissen zoals karperzalmen en barbelen. Ook corydoras-soorten en zelfs Apistogramma’s kunnen samen met de Ramirezi gehouden worden, mits het aquarium groot genoeg is.
In een druk aquarium met vele vissen zal het Antennebaarsje sneller stress opbouwen wat voor een lagere weerstand zorgt. Hierdoor zullen ze nog gevoeliger worden voor afwijkende waterwaarden, wat hun levensduur enorm zal verkorten
Voeding:
Antennebaarsjes zijn echte carnivoren. In het wild voeden ze zich voornamelijk met muggenlarven en watervlooien.
Wildvang dieren dienen dan gevoerd te worden met levendvoer. In het aquarium kunnen ze (mits enige gewenning) ook droogvoer accepteren. Het is aangeraden om ze niet alleen op een dieet van droogvoer te houden, maar om voeldoende afwisseling te zorgen door ze ook voedseldiertjes te voeren. Dit kan gaan om levendvoer, diepvries of gevriesdroogd voer. Zowel rode, witte als zwarte muggenlarven horen, samen met watervlooien, tot hun favorieten. Daarnaast is Artemia ook een gezonde voeding voor ze.
Geslachtsonderscheid:
Mannetjes zijn herkenbaar aan hun eerste 2 verlengde vinstralen van de rugvin. Hier danken ze dan ook hun naam aan. De vrouwtjes hebben deze verlengde vinstraal meestal niet.
Vrouwtjes zijn dan weer onmiskenbaar te herkennen aan de rood-roze gloed op de onderbuik die verschijnt kort voordat ze eitjes gaan afzetten. Tevens zijn vrouwtjes ook kleiner dan de mannetjes.
Het verschil tussen mannetjes en vrouwtjes is bij wildvorm Antennebaarsjes doorgaans makkelijker te herkennen dan bij kweekvorm-varianten.
Kweek:
Het Antennebaarsje kan je relatief makkelijk in het aquarium kweken, op voorwaarde dat je de juiste waterwaarden hebt en de visjes gezond zijn. Een gezonde afwisselende voeding bestaande uit levendvoer zal de kweek stimuleren.
Wanneer het vrouwtje bijna klaar is om eitjes af te zetten zal haar onderbuikje een rood-roze gloed vertonen.
Het zijn vrijleggers met een voorkeur voor grotere gladde oppervlakten, zoals een plantenblad, een gladde steen, een bloempot of zelfs een kuiltje in het zand. Ze zullen hun nestje bijzonder goed verdedigen, maar ‘s nachts kunnen de eitjes alsnog ten prooi vallen aan algeneters. Voor het beste resultaat kunnen ze best apart in een kweekbak geplaatst worden.
Wanneer de eitjes uitkomen zullen de ouders ervoor zorgen. Schrik niet als ze de jongen in de bek nemen en ze verplaatsen naar een veiligere plek. Je kan de jongen opkweken met artemia-naupliën. Zodra de ouders geen broedzorg meer uitoefenen zijn ze klaar om uitgevangen te worden en in hun opgroeibak geplaatst te worden.
Kweekvormen:
In de handel zijn er verschillende kweekvormen verkrijgbaar zoals vb de Ramirezi Gold, German Blue, Longfin, etc..